ALLAN BLOOM Uitgezonden in DIOGENES |
|
De professor geeft nooit interviews. De professor
haat journalisten. En terecht, beweert zijn secretaresse. Maar, zegt ze over de
telefoon, hij is geïntrigeerd door de belangstelling uit Nederland en door
de naam van het programma Diogenes die intellectuele diepgang doet vermoeden. |
|
Chicago is een wrede stad. Kaarsrechte straten leiden je binnen enkele minuten van de luxueuze haven aan het Michigan-meer langs het hoogste gebouw ter wereld, langs een vijf verdiepingen hoge sculptuur van Picasso en een muurmozaïek van Chagall over de Chicago-rivier naar de krottenwijken waar geen buitenstaander zich meer durft te vertonen, waar honderdvijftigduizend werkloze zwarten leven opeengepakt in bouwvallige flats. |
|
Een politieman
stopt zijn patrouillewagen als hij ons opmerkt onder de 'loop', de metrobaan die
hoog boven de straten loopt, de locatie van vele misdaadfilms. Hij draait zijn
raampje naar beneden. 'Ga niet verder,' waarschuwt hij. 'They cut your throath
for less than that.' Hij wijst op onze filmapparatuur. 'Die lui op het sociale woningbouwcomplex,' antwoordt hij zonder
zijn auto te verlaten. * * * | |
De meeste winkels in
55th Street zijn gesloten, gebarricadeerd of uitgebrand. De winkels die nog open
zijn, zijn met tralies beveiligd. Gordon Quinn is sinds zijn studententijd niet meer teruggeweest
in 'zijn straat'. In de jaren zestig bezocht hij de jazzcafé's aan weerszijden
van de straat, waarboven de metro raast en rammelt. Nu durft hij de auto niet
meer uit. | |
Hij beweert niet veel veranderd te zijn, sinds die roerige dagen. Amerika is veranderd. 'De integratie waar wij twintig jaar geleden voor demonstreerden, is mislukt. De blanken zijn weggetrokken uit 55th Street. We leven nu weer in twee gescheiden werelden. Oh yes,' zegt hij lachend. 'We hebben nu Jesse Jackson. En Chicago heeft een zwarte burgemeester. Maar we hebben ook 55th Street, de ghetto's. Gratis soep van de bedeling.' * * * | |
'Gewoon succes bestaat niet in Amerika. Of je faalt, of je wordt een superster. Ik voel me net Gary Grant. Of zo'n rock and roll superstar.' | |
De
professor lacht. Hij is met zichzelf ingenomen. En met recht. Zijn boek The
closing of the American mind (vertaald als De gedachteloze generatie)
stond wekenlang boven aan de bestsellerlijsten van Amerika. Geen boek deed zo
veel stof opwaaien als Blooms analyse van de jaren tachtig. Hij wordt de 'grumpy
Guru' van Chicago genoemd, een kwalificatie waarmee hij geen moeite lijkt te hebben.
Hij geselt de Amerikaanse samenleving en met name de academische wereld. 'De grote
geestelijke aderlating is begonnen.' * * * De universiteit van Chicago waar Allan Bloom doceert, grenst aan de afbraakbuurt waarvan 55th Street de levensader vormt. Rondom het in Amerikaans neo?gotische stijl gebouwde complex ligt een cordon sanitaire. Brede grasvelden zonder bomen scheiden de universiteit van de buitenwereld. | |
Vol trots laat hij de Rockefeller-kapel zien, die
in vorm en afmetingen een imitatie is van een doorsnee Franse kathedraal. | |
'Wie
had kunnen denken dat de professor zo beroemd zou worden,' verzucht zijn secretaresse.
Overal staan dozen met ongeopende post. 'De professor heeft nogal een achterstand,'
zegt ze. 'Het is net een sprookje.' | |
Maar de professor is absoluut niet knorrig of zenuwachtig als hij ons ontvangt. Hij geniet van zijn succes. 'Het is allemaal heel opwindend wat er met mij gebeurt. Het is zo'n Amerikaanse ervaring. Er gaan een hoop infantiele fantasieën in vervulling. Maar soms vrees ik dat de boodschap van mijn boek verloren gaat in alle opwinding rond mijn persoon. Dat zou tragisch zijn want de taak waar wij voor staan is gigantisch. Zijn we begonnen?' vraagt hij verlegen. | |
'De oorspronkelijke titel van het boek luidde: Souls without longing. De uitgever vond The closing of the American mind aantrekkelijker. Goed, met wat heen-en-weer-geredeneer komt het op hetzelfde neer. Laat ik het simpel proberen uit te leggen. Onze universiteiten zijn ten prooi gevallen aan het cultureel relativisme. Dat is overgewaaid uit Europa, onder invloed van de Duitse sociologen. Dat cultureel relativisme beweert dat je je overal voor moet openstellen. Ik zeg: openheid leidt tot geslotenheid. Als openheid een doel op zichzelf wordt, wat de afgelopen jaren gebeurd is, dan wordt het zoeken naar De Waarheid zinloos. Hoe kun je de hogere dingen in het leven bereiken, de waarheid ontdekken als je gelooft dat alle mensen gelijk zijn, dat alle culturen gelijkwaardig zijn? Gelijkheid is een vooroordeel van de democratie. De hedendaagse student gelooft dat alles relatief is, dat niets zeker is. Alles is even waar. Dus: Goed en Kwaad bestaan niet. Hij gelooft niet in absolute waarheden. Dus hij hoeft er ook niet naar te zoeken. Daarmee verdwijnt de nieuwsgierigheid. En wat is ervoor in de plaats gekomen? Betrokkenheid. Engagement is het enige dat telt. Betrokkenheid is een uiterst modern begrip. Het krijgt alleen betekenis als er geen waarheid meer bestaat. Wie een morele richtlijn wil, kiest zijn eigen waarheid. Betrokkenheid wordt een doel op zichzelf. En hij vervangt de speurtocht naar de waarheid, naar het goede. En het opvallende is dat de student die zegt dat hij niet in absolute waarheden gelooft, een paar hele grote zekerheden heeft: alle mensen zijn gelijk en onze grondwet is een racistisch, sexistisch document.' | |
Hij
kijkt uiterst tevreden en steekt een nieuwe sigaret op. 'Wat wilt u weten,' zegt
hij. 'U mag mij onderbreken. Gaat u gerust met mij in discussie.' Voordat ik een vraag kan stellen, vervolgt hij zijn analyse van Amerika. 'Ik heb oprecht medelijden met de studenten. Het leven is zo leeg geworden. Rock and roll is hun enige geestelijke voedsel. Mick Jagger is hun held. Hun sexuele ervaringen zijn zo oppervlakkig, zo direct, zo teleurstellend. Wat is er nog mooier in het leven dan samen met Plato en Socrates te speuren naar de Waarheid? Om met Rousseau te zoeken naar de betekenis van Liefde en Vriendschap? Om na te denken, samen met onze Founding Fathers, over Gelijkheid en Broederschap? Dat gebeurt niet meer. Het wordt elitair gevonden.' | |
In
The closing of the American mind schetst Allan Bloom het leven van een
hypothetische dertienjarige Amerikaanse jongen. Hij ligt op zijn buik voor de
televisie terwijl hij zijn huiswerk doet. Op zijn walkman luistert hij naar de
'orgasmic rhythms' van Mick Jagger. En zijn werkende ouders en geëngageerde
leraren wijzen hem er niet op dat er meer is in het leven dan het 'sexueel opwindende
gebonk van deze drag queen. Het leven is verworden, zo concludeert Allan Bloom,
tot 'a non-stop, commercially prepackaged masturbational fantasy'. | |
| |
Gordon Quinn wordt alleen al bij het horen van de naam Allan Bloom witheet van woede. 'Ik heb een paar hoofdstukken van zijn boek gelezen. Dat was genoeg. Het is koffietafeljunk. Een modeboek, bestemd voor iedereen die met een gerust geweten eindelijk wil kunnen beweren dat de jaren zestig voorbij zijn. Dat ze hun idealen mogen opgeven. Dat ze niet meer sociaal bewogen hoeven te zijn. Niet meer solidair. Dat ze eindelijk hun ogen mogen sluiten. | |
Bloom is hun academische alibi en daarom is zijn boek een succes. Dacht je werkelijk dat een half miljoen Amerikanen Blooms analyse van Nietzsche en Heidegger gelezen hadden?' Gordon Quinn werkt nog steeds in hetzelfde filmcollectief als in de jaren zestig. Hij deelt zijn kantoor in een van de armere voorsteden van Chicago met een aantal actiegroepen: vakbonden, vrouwengroepen, zwarte welzijnswerkers. Boven het fornuis in de gemeenschappelijke keuken hangt een cartoon van Oliver North. Hij laat archiefmateriaal zien uit 1968 toen studenten de universiteit bezetten. Ze hangen op de sofa, zitten op de vloer en discussieren over de oorlog in Vietnam. Joints gaan rond. Het is dezelfde kamer, dezelfde sofa als waarop ik Allan Bloom heb gïinterviewd. | Opgenomen in Aan de andere kant van de heuvel uitgeverij Contact |
'Bloom is een produkt van deze tijd. En het is niet verwonderlijk dat de universiteit van Chicago een man als Allan Bloom voortbrengt. De universiteit van Chicago was al in de jaren zestig de meest wraakzuchtige van het land. Toen studenten het administratieve centrum bezetten om te protesteren tegen de discriminatie van zwarte studenten, werden ze en masse van de universiteit geschopt. | |
| Dit is de universiteit van Milton Friedman, Saul Bellow, Robert Bork en Douglas Ginsburg. En nu is de tijd aangebroken voor al diegenen wier academische autoriteit in de jaren zestig werd aangetast, om terug te slaan. Terug van de straat naar de ivoren toren. Wij gingen in de jaren zestig de straat op. En Mick Jagger was onze inspiratiebron. Street fighting man, You can't always get what you want. Wij verbrandden de Amerikaanse vlag. Niet omdat we niet van ons land hielden maar omdat we niet konden accepteren wat zij van ons land hadden gemaakt. Dit was niet het Amerika dat de Founding Fathers voor ogen had gestaan: Vietnam, rassendiscriminatie, sexisme. Ik ben niet veranderd. Amerika is veranderd en Allan Bloom is haar nieuwe profeet. Bloom, Reagan, Oliver North. Het is het tijdsbeeld.' * * * |
Allan
Bloom doceerde in de jaren zestig aan de universiteit van Cornell. In de lente
van 1969 bezetten gewapende zwarte studenten de bestuurszetel van Cornell en eisten
onder bedreiging van een revolver, hervormingen in het universitaire programma.
In zijn boek komt Allan Bloom steeds op deze gebeurtenis terug. Hij vergelijkt de zwarte studenten met de nazi's die in de jaren dertig de Duitse universiteiten hun wil oplegden. De woede van Bloom richt zich vooral tegen zijn collega's die zwichtten voor de studenten. Volgens Bloom was hij de enige die zich verzette tegen de 'guntoting blacks'. Niet alleen hij, maar de hele academische wereld werd op dat moment bedreigd en de overwinning van de zwarte studenten was volgens Bloom 'het begin van het einde van het intellectuele leven in Amerika'. | |
Allan
Bloom geeft toe dat de gebeurtenissen op Cornell een traumatische invloed op zijn
leven hebben gehad. Hij ontkent echter wraakzuchtig te zijn. 'Overal om mij heen
zie ik intellectuele ledigheid. Alle nieuwsgierigheid is verdwenen.' De professor is nu op zijn hoede. Hij leunt voorover en steekt een nieuwe sigaret op. 'Waar bent u op uit?' vraagt hij geïrriteerd. 'Het is mijn diepste overtuiging dat de mens altijd gedreven wordt door zijn zucht naar kennis. All it needs is the proper nourishment. Education is merely putting the feast on the table. Maar nu is de tafel leeg. De kwaliteit van het onderwijs bedreigt de Amerikaanse democratie. Net als in de Weimar-republiek heeft de universiteit haar geloof in de academische vrijheid verloren. Mijn collega's geloven er niet meer in. Zij geloven in betrokkenheid. Misschien had Nietzsche gelijk. Misschien is het menselijk ras bezig ten gronde te gaan en kan alleen een elite hem redden. Als je de cultuur vernietigt, vernietig je de mens. Kijk naar de student van vandaag, hij weet zoveel minder, hij is zo losgeraakt van zijn tradities, intellectueel is hij zoveel lakser, zoveel armer dan studenten in vorige generaties. | |
| |
Amerika biedt mensen vrij veel kansen om zich op te werken. Mijn grootouders waren heel arm en onontwikkeld toen zij naar Amerika kwamen. Ik wil Amerika niet verdedigen, maar als je zegt: eerst moet alle misdaad de wereld uit en al het onrecht, als al het denken op gevoel moet zijn gebaseerd en als je betrokken moet zijn zonder twijfels te kennen, dan zeg ik: dat is de doodsteek van het theoretische denken. Theoretici, zoals ik, wordt vaak verweten dat ze te gevoelloos zijn. Toch moeten er mensen zijn die de Waarheid zoeken, hoe kil die ook is. | |
Die neiging tot betrokkenheid, of het nu betrokkenheid is bij het nazisme of bij de strijd tegen de armoede, is funest voor de koele afstandelijkheid die noodzakelijk is voor begripsvorming. Dat klinkt hard en ik ben zwaar geattaqueerd op die stellingname. Socrates werd ter dood gebracht omdat hij die koele afstandelijkheid bewaarde. En uiteindelijk bleek hij gelijk te hebben gehad. Het gevaar voor de filosofie schuilt niet in het kapitalisme of in de commercie. Het gevaar schuilt in de betrokkenheid, in morele verontwaardiging.' * * * | |
's Middags rijden we nog een keer naar Cabrini Greens.
Aan de rand van de wijk ligt een speelplaats. Naast de wip staat een bord: verboden
alcoholische dranken te nuttigen. Er spelen geen kinderen. De schommel is met
een zware ijzeren ketting verankerd tegen diefstal.
|