CAMBODJA en VIETNAM Uitgezonden in Diogenes VPRO televisie 6 april 1986 |
|
![]() | |
'Wen eerst aan het
land, de kleuren, de geuren,' had ik mijzelf op weg naar Phnom Penh voorgehouden.
'Vermijd zo lang mogelijk de gesprekken over de geschiedenis. Bescherm jezelf
tegen het onbegrijpelijke, het onverklaarbare, tegen de waanzin die in dit land
heerste, waar een schoolmeester de klok terugzette naar het jaar nul om de ideale
maatschappij te stichten.' Nog geen kwartier nadat
we geland zijn met het krakkemikkige vliegtuig dat al decennia geleden door de
Russen moet zijn afgedankt, begint Chanda, onze gids, ongevraagd haar 'story of
my life'. |
|
![]() |
|
'...Maar Pol Pot dreef ons de stad uit,' vervolgt Chanda. 'Hij zei dat we op het platteland moesten gaan werken. Ik raakte mijn ouders kwijt. Samen met mijn twee broertjes zwierf ik twee maanden door het land en bedelde om eten. Wij werden in een concentratiekamp gestopt en moesten irrigatiekanalen graven en dijken aanleggen. We kregen bijna geen eten. Ik werd ziek. Mijn jongste broertje vroeg om medicijnen. De Rode Khmer sloeg hem dood. Mijn andere broer is later verdwenen. Ik heb nooit meer iets van hem gehoord.'
| |
De chauffeur die veel te klein lijkt voor de Russische auto waarvan de remmen niet meer werken, draait zich nu ook om: 'Ik had vijf kinderen. Twee
zijn er door Pol Pot vermoord. Ik weet niet waarom. Ik weet niet waar ze begraven
liggen.' * * * |
|
Chanda werkt
voor het ministerie van informatie in Kampuchea. Ze moet ons naar Bo Meng brengen,
een schilder die als een van de weinigen de Tuol Sleng-gevangenis in Phnom Penh
wist te overleven. 'Ons communisme is anders,' beweert ze in het enige restaurant dat open is in de hoofdstad. 'De communisten van Pol Pot doodden de mensen. Ons communisme wil het land
opbouwen. Nu zijn we vrij. Ik geef je een voorbeeld. Pol Pot had een slogan: lang
haar betekent liefde voor je echtgenoot. Kort haar betekent liefde voor het vaderland.
Alle vrouwen moesten hun haar knippen. Chanda is onverstoorbaar. Zij volgt mijn blik: 'Pol Pot heeft alle boeken verbrand. Wie een bril droeg werd er van beschuldigd een kapitalist te zijn en werd vermoord. Nu kunnen we weer naar de bioscoop.' | |
![]() |
|
Bo Meng woont in een klein dorp buiten Phnom Penh waar de varkens en
de kippen onder de op palen gebouwde bamboehuizen scharrelen. Aan het einde van
de modderstraat staan de kinderen in een dichte drom naar de vreemdelingen te
staren. Zij hebben nog nooit een westerling gezien. | |
Ik heb Bo Meng ontdekt in een rapport van de Verenigde Naties over de schending van de mensenrechten in Kampuchea onder het regime van Pol Pot, een minuscuul detail in de eindeloze opsomming over de massamoorden. Volgens het rapport werden in de Tuol Sleng-gevangenis binnen vier jaar meer dan twintigduizend gevangenen vermoord. Slechts zeven gevangenen overleefden de slachtpartij: beeldhouwers en schilders die zich onmisbaar wisten te maken voor de gevangenisautoriteiten door Pol Pot te vereeuwigen. Bo Meng is bereid zijn levensverhaal voor de camera te vertellen. 'Het doet pijn,' zegt hij. 'Vooral als ik over mijn vrouw en kinderen moet vertellen.' | |
Maar
Bo Meng heeft weinig keus. De huidige regering vindt het belangrijk dat de wereld
hoort over de wreedheden van Pol Pot. Zij heeft de Tuol Sleng-gevangenis omgebouwd
tot een museum en Bo Meng is haar visitekaartje. Zijn levensverhaal schraagt haar
eigen discutabele legitimiteit. * * * | |
![]() |
|
Later zou hij de Amerikanen verslaan en zijn boek Volksoorlog en Volksleger geldt als het standaardwerk over guerilla-oorlogsvoering.We vliegen naar Hanoi, in een aftands vliegtuig. In de Vietnamese hoofdstad worden we opgewacht door een jonge vrouw die ons door de douane loodst. Ze spreekt goed Engels, haar vader was jarenlang Vietnamees ambassadeur in Moskou. | |
Ze rijdt ons rond door de stad, in een riksja, en wijst ons de restanten van de oorlog aan, van de bombardementen die de Amerikanen op de stad uitvoerden in het begin van de jaren zeventig, waartegen wij, studenten die geloofden in een vreedzame, maakbare wereld, demonstreerden. | ![]() |
|
|
Het is een verpletterend gebouw dat de nietigheid van de gewone man lijkt te accentueren in deze stad zonder hoogbouw, vol restanten van Franse koloniale charme, waar verkopers, gehurkt naast een fietspomp, lucht verkopen aan de krioelende fietsers die zich tussen de oeroude, roestende bussen en vrachtwagens door de brede, met hoge bomen omzoomde straten van Hanoi voortbewegen. | |
Ze neemt ons mee naar de tuin achter het Mausoleum, waar Ho Chi Minh woonde in een eenvoudige bamboehuis op palen. Ze stopt bij de vijver en houdt haar hand vlak boven het water. Dikke, vette karpers komen aangezwommen en beginnen aan haar vingers te knabbelen. 'Dit zijn de vissen van Ho Chi Minh,' zegt ze vriendelijk
en de cameraman begint te draaien. Ze stopt een stukje brood in de opengesperde,
wachtende bek van één van de karpers. | |
|
|
'Eten de grote vissen de kleine vissen op?' vraag ik om de stilte te verbreken. | |
Opgenomen in Aan de andere kant van de heuvel uitgeverij Contact
|
|
De
volgende morgen brengt ze ons naar generaal Giap, de overwinnaar van het Amerikaanse
imperialisme. Maar als we het paleis binnenlopen waar wij hem zullen ontmoeten,
realiseer ik me dat ik niet weet wat ik hem moet vragen. Urenlang zijn we bezig om de set op te bouwen voor het interview, wanhopig zoekend naar een goede startvraag. De cameraman heeft een monumentale zetel midden in het vertrek neergezet en de belichting suggereert imperiale grandeur. Dan komt de generaal binnen, in vol ornaat, de schouders vol sterren, de borst vol onderscheidingen. Hij heeft bananen voor ons meegenomen. | |
Of hij zijn uniform wil losknopen, vraagt de cameraman zonder gêne. Hij wil het microfoonsnoertje onder de uniformjas verbergen. En zonder protest knoopt hij, de held van Dien Bien Phu, zijn uniform los en toont een grof katoenen interlock onder zijn generaalsjas. 'Ik
ben klaar als u klaar bent,' zegt hij aimabel. | |
'Vous êtes heureux?' vraag ik. De generaal lacht beminnelijk. 'Wij hebben onze droom waargemaakt. President Ho Chi Minh heeft gezegd...' Hij wacht even, laat zijn ellebogen op de armleuning rusten en spreidt zijn handen. 'President Ho Chi Minh heeft gezegd dat hij ervan droomde een Vietnam op te bouwen dat onafhankelijk is, verenigd, welvarend en op weg naar het socialisme in een tijd van vrede. Wij hebben die droom waargemaakt. We hebben nu een onafhankelijk en vrij Vietnam. Samen met onze twee broederlanden, Laos dat onafhankelijk en vrij is en Cambodja dat onafhankelijk en vrij is, zijn we gebroederlijk op weg naar het socialisme in een tijd van vrede.' Er speelt een flauwe glimlach rond zijn mond terwijl hij tevreden achterover leunt. 'Denkt u dat het Vietnamese volk gelukig is met die vrijheid en het socialisme?' vraag ik stamelend. | |
![]() |
|
Ik realiseer me dat
de generaal net zo weinig tekst heeft als ik, dat zelfs de overwinnaar van Dien
Bien Phu de vader des vaderlands napraat en is voorgeprogrammeeerd. 'U heeft een hoge prijs betaalt voor die onafhankelijkheid,' zeg ik voorzichtig. 'Was die prijs niet té hoog?' 'Nee,' antwoordt hij en de aarzeling valt nauwelijks op. 'Niets is kostbaarder dan de onafhankelijkheid en de vrijheid. Zonder onafhankelijkheid en vrijheid, hebt u niets. En daarom, nu we de onafhankelijkheid en de vrijheid hebben, hebben we alles. Maar we moeten nog hard werken. We moeten doorgaan met de wederopbouw van het land.' 'Waarom willen zoveel Vietnamezen weg uit Vietnam?' vraag ik. 'Waarom zijn er de afgelopen jaren twee miljoen Vietnamezen gevlucht, vaak in levensgevaarlijke bootjes?' Hij wacht lang voordat hij antwoordt. Hij spreidt zijn armen. 'Misschien omdat ze zich bij hun familie in het buitenland willen voegen? Of misschien om economische redenen.' Zij handen sluiten zich om de armleuning van zijn stoel. De glimlach is verdwenen. 'Misschien vanwege onze politiek?' 'Zijn ze hier dan niet gelukkig?' Hij lacht, maar de greep om de armleuning wordt steviger. Hij gooit zijn hoofd in zijn nek en lacht terwijl naar de officials kijkt die in een lange rij langs de muur van het vertrek meeluisteren. 'Dat zou u aan henzelf moeten vragen,' zegt de generaal. Hij lacht weer terwijl zijn lichaam verstijft en de camera langzaam uitzoomt. 'Maar ik geloof dat de meerderheid van het Vietnamese volk gelukkig is, nu we onafhankelijk en vrij zijn en dat ze alles willen doen om het land te helpen opbouwen.' | |
De cameraman zoomt verder uit en hij dwingt mij met zijn ogen om geen vragen meer te stellen. 'Yesterday,' zegt hij tevreden terwijl hij de camera stopt. 'All my troubles seem so far away. How I long for yesterday. Van reizen word je rechts,' beweert hij laconiek. 'Al die ideeën waar je vroeger in geloofde, al die mannen waar je achteraan liep, wat blijft ervan over als je de werkelijkheid ziet?' Hij leunt op het camerastatief terwijl generaal Giap een banaan voor ons pelt. | ![]() |
* * * | |
![]() |
|
We vragen Bo Meng of hij tussen de graven door wil lopen, zoekend, af en toe over de rand van een van de graven kijkend. Hij gehoorzaamt. Later zullen we over deze beelden zijn uitspraak monteren: 'Als ik hier rondloop, dan denk ik dat hier de resten van mijn vrouw en kinderen liggen. Ik weet het niet.' | ![]() |
![]() |
|