ZUID AFRIKA
ZUID
AFRIKA
VOLKSKRANT/TRAJECT 10 januari 2004
|

|
Niet lang geleden werden de olifanten in Afrika met uitsterven bedreigd.
Ze waren het slachtoffer van stropers en handelaren in ivoor. Na een wereldwijd
verbod op de handel in ivoor in 1989 begonnen de kuddes weer te groeien.
Nu, vijftien jaar later, dreigt zuidelijk Afrika onder de voet gelopen
te worden door de olifanten.
De bull is groot en geil. En agressief. Hij legt zijn oren in zijn nek,
krult zijn slurf en schraapt met zijn rechtervoorpoot over de grond. 'Sta
stil,' beveelt Joe Nkuma. 'Doodstil.'
De olifant kijkt ons strak aan en heft zijn slagtanden. Het geil druipt
langs zijn kop en hij urineert onophoudelijk. Joe Nkuma houdt zijn geweer
langs zijn zijde en beweegt niet. Minutenlang staan we doodstil op de
oever van de Letabarivier. Dan schudt de bull zijn kop alsof hij ons wil
waarschuwen hem niet te volgen.
|
|
Hij loopt naar een mopaneboom, krult zijn slurf rond een tak
en in één snelle beweging rukt hij alle bladeren eraf. Hij
kauwt terwijl hij ons nauwlettend in de gaten houdt. Ik kan zijn gehemelte
zien. Hij buigt zijn kop en rukt met zijn slagtanden het boompje uit de
grond en begint aan de wortels te knagen. Hij heeft besloten ons te negeren. |
'Hij stinkt,'zegt Joe Nkuma. 'Als hij geil is scheidt hij een soort vocht
af dat vrouwtjes op kilometersafstand kunnen ruiken. Als een vrouwtje
loops is, stampt ze op de grond. Alle geile mannetjes in de wijde omtrek
komen dan aangerend. Ze vechten. Wie wint mag met haar paren.' Hij wijst
op een wond in de schoft van de olifant. 'Deze heeft verloren.'
Joe Nkuma groeide op langs de Limpopo, de grensrivier tussen Zuid-Afrika
en Zimbabwe. Nu werkt hij als Ranger in het Krugerpark, het grootste natuurreservaat
van de wereld, meer dan twee miljoen hectare groot. Het Kruger ontvangt
meer dan 1 miljoen bezoekers per jaar.
Dagenlang trekken we in het spoor van de olifanten door het mopanebos,
langs drooggevallen rivieren, over zachtglooiende heuvels. 'Er zijn te
veel olifanten,' verzucht Nkuma terwijl de geile bull de rivier oversteekt.
'En ze zijn zo verschrikkelijk destructief. Ze verwoesten het park.'
* * *
|
|
Dr. Ian Whyte heeft de olifanten in het Kruger Park geteld. 'Er zijn
momenteel ongeveer 11.000 olifanten. We hebben ruimte voor 7.500 olifanten,'
vertelt hij in zijn kantoor in Skukuza. Ian Whyte is een aimabele geleerde.
'De olifantenman,' wordt hij met respect genoemd. Hij kent alle kuddes,
alle matriarchen bij naam. Decennialang volgt hij de kuddes. Op de muur
van zijn kantoor, waar hij zelden vertoeft, hangen gedetailleerde kaarten
van het park. Alle olifantenkuddes zijn met spelden aangegeven. 'Er is
maar één oplossing,' zegt hij met grote tegenzin. 'We moeten
ze afschieten. Anders verwoesten ze het park. Wij hebben geen andere optie.'
'In het begin van de 20e eeuw toen het Park werd gesticht, leefden hier
geen olifanten,' vertelt zijn collega dr. Danie Pienaar, het hoofd van
de wetenschappelijke staf van het Kruger. 'Ze waren uitgemoord. Wij hebben
een einde gemaakt aan de stroperij, aan de handel in ivoor. Maar nu wordt
heel zuidelijk Afrika onder de voet gelopen door de olifantenkuddes. Als
we geen maatregelen treffen, verliezen we het Park.'
In het verleden hield het Park de olifantenbevolking op peil. Jarenlang
schoten de Rangers tientallen, soms honderden olifanten dood om het natuurlijke
evenwicht in het Park te beschermen. 'Het was pijnlijk en hartverscheurend.
Maar het was noodzakelijk. Niemand protesteerde. Tot 1994. Een kleine
groep milieuactivisten begon een publiciteitscampagne,' herinnert Ian
Whyte zich met afgrijzen. 'Een man of drie. Niet meer. Maar ze waren buitengewoon
effectief. De pers dook er bovenop. We besloten te stoppen. Nu neemt de
olifantenbevolking toe met 7% per jaar. Ieder jaar komen er 700 olifanten
bij. Het is een ramp,' beweert hij. 'We moeten maatregelen treffen. Ik
haat het idee. Maar het is onvermijdelijk.'
Het Krugerpark heeft de afgelopen jaren geprobeerd de overtallige olifanten
te verkopen. 'Translocatie is niet langer een optie,' beweert dr. Pienaar.
'Alle dierentuinen zitten vol. Alle wildreservaten kampen met hetzelfde
probleem. In sommige parken groeit de olifantenbevolking zelfs met 14%.
Alleen in Mozambique is er ruimte voor ongeveer 1000 olifanten. Maar dat
lost ons probleem niet op. Botswana wordt verwoest door olifantenkuddes.
Zimbabwe kampt met een enorm overschot.'
|
|
Pienaar en Whyte hebben de afgelopen jaren onderzocht of voorbehoedsmiddelen
uitkomst kunnen bieden. Ze zijn zeer sceptisch. 'Je kunt de mannetjes niet
steriliseren,' legt Pienaar uit. 'Hun teelballen zijn niet ingedaald. Je
zou ze één voor één moeten opereren. Theoretisch
is het mogelijk om de vrouwtjes te injecteren met een voorbehoedsmiddel.
Praktisch is dat echter onuitvoerbaar. Na drie maanden moet je de behandeling
herhalen. En dan ieder jaar opnieuw. Het is onmogelijk. Dit is geen dierentuin,'
beweert hij geïrriteerd. 'Afschieten is helaas de enige optie. Nu.
Anders is de ramp niet te overzien.' |
De wetenschappelijke staf heeft het Krugerpark opgedeeld in 6 sectoren.
In twee sectoren kunnen de olifanten zich onbeperkt voortplanten. In twee
sectoren zullen de kuddes op een wetenschappelijk verantwoord peil gehouden
worden. In twee kleine gebieden, in het uiterste noorden en het diepe
zuiden van het park, zullen de olifanten gedood worden. 'In het komende
jaar zullen we ongeveer 950 olifanten elimineren,' heeft Ian Whyte voorgesteld
aan de Zuid-Afrikaanse overheid. 'In het daaropvolgende jaar ongeveer
500.' Hij laat de statistieken en curven zien op zijn computer. 'Uiteindelijk
zullen we jaarlijks 150 olifanten uitschakelen. We ruimen hele families
op. Vanuit een helikopter. Wij zijn nu bezig de kuddes te identificeren.
Het is een smerig karwei,' bekent hij. 'Maar ik zie geen andere uitweg.'
De wetenschappelijke staf van het Krugerpark wordt echter niet gesteund
door het management, dat de kritiek van de milieubeweging vreest. 'Toeristenorganisaties
dreigen met een boycot van het Park, en van Zuid-Afrika,' waarschuwt Ian
Whyte. 'De Zuid-Afrikaanse overheid is daar gevoelig voor.'
De nieuwe directeur van SANP, de Zuid-Afrikaanse wildreservaten, Mavuso
Msimang, heeft in augustus besloten dat de beslissing om het afschieten
van olifanten tot nader order stop te zetten, niet wordt herzien. 'Wij
zoeken nog steeds naar alternatieven. Wij zijn het slachtoffer van ons
eigen succes,' erkent hij. 'De situatie is onbeheersbaar. De verwoesting
van het ecosysteem is voor iedereen duidelijk waar te nemen. De kosten
van geboortecontrole zijn enorm. Translocatie is uitzonderlijk kostbaar
en niet erg effectief. Maar de beslissing, genomen op 4 mei 1995 om het
doden van olifanten te stoppen, is niet veranderd.'
'Ik zou willen,' verzucht een teleurgestelde Ian Whyte, 'dat de beslissing
overgelaten werd aan de wetenschappers, de experts. Wij moeten handelen.
Liever vandaag dan morgen.'
* * *
|
|
De zon zakt achter de Drakensbergen en zet het mopanebos in vuur en vlam.
De kam van het Lebombogebergte dat de grens met Mozambique vormt, krijgt
de kleur van aubergine. De mopanebomen die de hellingen bedekken kleuren
het landschap roestbruin, gebrand sienna, mosgroen, geeloker, een palet
van herfstkleuren slechts onderbroken door de leigrijze takken van een
baobabboom.
De Letabarivier staat bijna droog. Nog slechts een enkele poel is gevuld
met troebel water. Op de oevers van de rivier ligt het drijfhout dat tijdens
de overstromingen in 2000 door de kolkende rivier werd meegesleurd. 'We
verwachten een periode van grote droogte,' voorspelt Louis Olivier. 'Net
als in de jaren negentig toen veel wild stierf van dorst en honger.'
Louis Olivier is veldwagter in Letaba. Hij werkt al 35 jaar -'mijn leven
lang'- als Ranger in het Kruger, een gezette Afrikaner die verantwoordelijk
is voor de hele noordelijke sector van het park. 'Ik heb tweeduizend olifanten
gedood. Misschien drieduizend. Ik heb ze nooit geteld,' vertelt hij. Hij
kijkt van mij weg, geëmotioneerd. 'We dreven ze met een helikopter
naar de kant van de weg. Hele kuddes. Soms wel 200 tegelijk. We schoten
ze neer vanuit de helikopter. Hele families. Ook de baby's. Ik maakte
het karwei af op de grond. Ik gaf ze het genadeschot. De een na de ander.'
Hij richt een denkbeeldig geweer en haalt de trekker over. 'Het was weerzinwekkend,'
zegt hij. 'Ik keek ze in hun ogen. En haalde de trekker over. Recht in
hun hersenen. Het zijn zulke prachtige beesten. Maar ze denken alleen
aan zichzelf. Ze vreten het land kaal, verjagen de andere beesten, de
zebra's, de giraffes. Zelfs de rinocerossen. Wij laadden ze op een vrachtwagen,'
vervolgt hij met een zucht. 'We dekten ze af met zeildoek. Niemand mocht
het zien. Niemand mocht het weten. Het zou slechte publiciteit zijn voor
het park.
Het was smerig werk. Maar ik was jong. Begin twintig. Het was mijn baan.
Ik deed mijn werk. Zo goed als ik kon. Maar ik haatte het. Ik zou het
opnieuw doen,' zegt hij na een lange stilte. 'Als het moet. Maar iedere
keer, bij ieder schot stierf er een stuk van mijn ziel. We elimineerden
hele families. Moeders en baby's. We lieten niemand in leven. Ze zouden
zijn gestorven van verdriet. Of amok maken. Ze hebben gevoel. Veel meer
dan wij denken. Ze zijn slim, intelligent. Maar er zijn er gewoon veel
te veel.'
|
|
'Wij doodden om het park te beschermen,' zegt hij plotseling verbeten.
'Dat is onze opdracht. Niet voor ons plezier. Niet om er rijk van te worden.
Maar toen kwam die donkere periode.' Hij aarzelt. 'Dat is politiek.' Hij
spreekt het woord met minachting uit. 'De Portugezen vertrokken uit Mozambique.
Het land werd onafhankelijk. Frelimo greep de macht, marxisten. Wij sloten
de grens. We bouwden een hek rond het Kruger Park. Wij steunden het Renamo,
de opstandelingen in Mozambique. We gaven ze wapens, logistieke steun,
bier. Alles wat ze nodig hadden om het Frelimo te verslaan. Weet je hoe
ze ons betaalden? In ivoor. Ze doodden iedere olifant, iedere rinoceros
aan de andere kant van het hek. En toen ze al het wild uitgeroeid hadden
staken ze de grens over. Ze stalen het ivoor uit ons eigen Kruger Park
om te betalen voor de wapens die wij hen gaven.' Olivier is nog steeds
woedend, maar hij wil er liever niet over praten. Hij is maar een eenvoudige
'veldwagter', zegt hij. 'Wij doden om het park te beschermen. Anders zullen
de olifanten het verwoesten. Het is een verschrikkelijke beslissing. Maar
er is geen alternatief.'
* * *
We stoppen bij een waterpoel. Zes rinocerossen banjeren langs de waterrand.
Een luipaard lest aan de overkant zijn dorst. We wachten op de zonsondergang.
In het struikgewas liggen vier leeuwinnen met kun kroost te soezen. Plotseling
richt een van de leeuwinnen zich op. Een kudde olifanten nadert de waterplaats.
Een matriarch, majestueus en zelfverzekerd, leidt de kudde. Tientallen
olifanten lopen naar de rand van het water. De matriarch houdt de wacht.
Als een van de leeuwinnen opstaat, legt ze haar oren in haar nek en zonder
aarzeling stormt ze op de leeuwinnen af. Eén trompetstoot is genoeg
om ze te verjagen. Met de staart tussen hun poten druipen ze af. 'Olifanten
zijn voor niets en niemand bang,' beweert Joe Nkuma. 'Niets kan hun bedreigen.
Alleen de mens.'
* * *
|
|
|