Zuid Afrika

WALVISSEN

 

 

Iedere winter, tussen juni en november, zwemmen honderden walvissen de beschutte baaien langs de Zuidafrikaanse kust binnen, van Kaap de Goede Hoop tot aan de monding van de Stormrivier. Ze komen om te baren en te paren. En ieder jaar komen er meer. ‘Dit is een succesverhaal. Wij hebben de walvis van de ondergang gered.’

Wij beuken ons door de branding en zodra we in rustiger water zijn aangekomen, niet meer dan honderd meter uit de kust, zien we de walvissen liggen. Twee Zuidkapers voeren, volgens onze gids Mario, een paringsdans uit. Het mannetje duwt zijn vijftig ton zware lijf speels tegen het vrouwtje aan en heft zijn lijf, bedekt met zeepokken en walvisluizen, uit het water. Hij blaast een straal water de lucht in, slaat met zijn staart op de golven en duwt nog wat tegen haar aan. ‘Ik weet eigenlijk niet wie van de twee het vrouwtje is,’ geeft Mario toe. Dan bolt de walvis zijn rug en weerkaatst de ochtendzon even op zijn massieve grijze lijf. Zijn staartvin gaat omhoog en hij duikt. Zij volgt. Of is het andersom? Wat er onder water gebeurt, is onduidelijk. Maar plotseling springt hij – of is zij het?- vlak naast onze boot uit het water omhoog en met een donderde klap landt hij – of zij?- zijdelings op de golven. De andere walvis volgt in de vreugdedans. ‘Ik denk dat hij klaar is,’ stelt Mario vast. Nu krijgen de andere mannetjes hun beurt. ‘Het vrouwtje paart met alle mannetjes,’ beweert hij. ‘Soms wel twaalf keer achter elkaar.’

 

In de baai met zijn goudgele stranden, afgeschermd door de Robbergen, zwemmen op deze grijze, winderige morgen meer dan twintig walvissen, vooral mannetjes. Om de beurt zullen ze paren met het vrouwtje. ‘En dan gaan ze terug,’ legt Mario uit. ‘Terug naar de Zuidpool. En volgend jaar zijn ze er weer.’

Vier keer per dag vaart Mario met een groep van maximaal twaalf passagiers uit vanaf het strand in Plettenberg. Het bedrijf waar hij voor werkt, Ocean Blue, heeft als enige organisatie in dit chique vakantieoord waar de Zuid-Afrikaanse jetset haar strandvakanties doorbrengt, toestemming om de walvissen tot op vijftig meter te naderen. Andere boten moeten minstens driehonderd meter afstand bewaren. De regels zijn streng. ‘Wij mogen de walvissen niet volgen. Wij moeten wachten tot ze naar ons toekomen . Wij mogen maar maximaal twintig minuten bij dezelfde walvis blijven. En we mogen ze maar een keer in de drie uur benaderen,’ vertelt hij. ‘Anders krijgen ze last van stress. Maar ze raken aan ons gewend. Soms komen ze heel dichtbij, tot je ze bijna kan aanraken.’

 

De Zuidkapers (Southern Right whale/ Eubalaena australis) zijn langzame zwemmers die blijven drijven als ze gedood zijn en in het verleden, voordat de walvisjacht verboden werd, dus een geliefd prooi waren voor de walvisvaarders. De eerste Zuidkapers arriveren in juni in Plettenberg. In november vertrekken ze weer. Bultruggen blijven langer in de baai, maar zij komen niet zo dicht bij de kust. ‘Ieder jaar komen er meer walvissen,’ vertelt Mario als we de parende walvissen met rust laten en op zoek gaan naar een school dolfijnen die op het einde van de baai zijn gesignaleerd, een honderdtal tuimelaars, die ieder jaar langs de kust trekken van oost naar west. Op de rotsen liggen honderden zeehonden. Ze duiken het water in als we passeren en zwemmen speels met ons op. ‘Verderop langs de kust zijn ook pinguïns,’ belooft hij.

***

We zien de walvissen overal op onze tocht langs de zuidkust van Zuid-Afrika. Ze zwemmen langzaam op en neer voor onze bungalow in het natuurreservaat Tsitsikamma aan de monding van de Stormrivier, omringd door grote groepen dolfijnen die met ons meezwemmen als we de Ottertrail aflopen, een tientallen kilometers lange wandeling over de rotsen langs de kust en door het onaangetaste fynbos. Soms zie ik ze dobberen vanuit mijn slaapkamerraam, loom drijvend achter de branding. Soms spuiten ze een waterstraal de lucht in, springen ze hoog op of zeilen ze met hun staart voor de wind. Overal komen we ze tegen, zelfs ten oosten van Port Elizabeth waar onlangs de honderd kilometer lange kuststrook – de Woody Cape – ook al is uitgeroepen tot beschermd natuurgebied en waar metershoge, wandelende zandduinen de lege, ongerepte stranden flankeren, ook daar zien we de Zuidkapers zwemmen, onbedreigd door walvisvaarders.

Ze zijn zelfs waargenomen langs de kust van Natal, ten noorden van Durban, in het maritieme natuurreservaat St. Lucia.

***

 

Zoline Baleni speurt de baai af. ‘Ik heb goede ogen,’ zegt hij trots. ‘Iedereen kan een walvis zien als hij uit het water omhoog springt. En dat gebeurt hier vaak genoeg. Maar ik heb getrainde ogen. Ik zie ze al als ze aan komen zwemmen, als de zon op hun rug weerkaatst, als de golven in het water van patroon veranderen.’

Zoline is de enige walvisomroeper in de hele wereld, vertelt hij trots. Als hij een walvis ziet blaast hij op zijn hoorn om de toeristen te waarschuwen. Om zijn nek draagt hij een sandwichbord waarop de verschillende baaien rond Hermanus, een dorp gebouwd in oud-Hollandse stijl een paar uur rijden ten oosten van Kaapstad, vermeld staan. Iedere baai heeft zijn eigen morsecode. Zoline geeft drie korte stoten: Hij heeft een Zuidkaper ontdekt in de Preekstoelbaai. ‘Met jong,’ vertelt hij opgetogen.

‘In het hoogseizoen, in september en oktober, zwemmen er hier soms wel veertig of vijftig walvissen in de baai,’ beweert Noel Ashton. ‘Hermanus is de enige plek in Zuid-Afrika, misschien wel in de hele wereld, waar je vanaf de kust walvissen kan zien met het blote oog.’

 

 

Ashton heeft op verzoek van de gemeente, een serie borden langs de kustboulevard geplaatst met informatie over de waterzoogdieren in de baaien van Hermanus: de Walviswandeling (Whale Walk) genaamd, die begint in de Oude Haven van Hermanus en loopt langs baaien met namen als Kwaaiwater (vier lange stoten in Zoline’s morsecode) en Voëlklip ( kort lang kort). Op de borden legt hij uit wat het verschil is tussen een tandwalvis zoals de reusachtige potvissen die een enkel blaasgat boven op de kop hebben, en de baardwalvissen die geen tanden hebben maar baleinen én twee blaasgaten, zoals de Zuidkaper.

In zijn jeugd bracht Ashton iedere zomervakantie door in Hermanus en hij werd verliefd op de walvissen en dolfijnen in de baaien. ‘Natuurbescherming is geen prioriteit in Zuid-Afrika,’ geeft hij toe. ‘De meeste zwarten in dit land leven nog steeds in weerzinwekkende armoede, alhoewel er op dit moment al meer zwarte dan blanke miljonairs in Zuid-Afrika zijn. Veel zwarten hebben geen werk, bijna de helft leeft onder de armoedegrens. Ze wonen vaak in zelfgebouwde krotjes in informele nederzettingen. Zonder elektriciteit, stromend water, riolering. Werk, huisvestiging, scholing, gezondheidszorg, dat zijn de prioriteiten van deze regering. Terecht. Maar de regering realiseert zich ook dat toerisme een belangrijke bron van inkomsten kan zijn en banen oplevert. Toeristen komen vooral voor het wild: voor onze olifanten, leeuwen en walvissen. Daar profiteert de milieubeweging van.

 

 

Het afgelopen jaar kwamen er al meer dan zeven miljoen toeristen naar Zuid-Afrika. In 2010 zullen dat er, hoopt de Zuid-Afrikaanse minister van Natuurbeheer en Toerisme Marthinus van Schalkwyk, tien miljoen zijn. Toerisme creëert banen, zoals voor Zoline Baleni die vier maanden per jaar werk heeft als walvisomroeper.

‘Natuurbescherming is geen vies woord in Zuid-Afrika,’ vertelt Ashton. ‘Integendeel. De Zuid-Afrikaanse regering is mordicus tegen het opheffen van het verbod op de walvisvangst. Wij zien de walvissen én de toeristen graag naar onze kust komen.’

Natuurbescherming is een succesverhaal in Zuid-Afrika. Steeds meer land én zee wordt bestemd als beschermd natuurgebied. Langs de kust, van de grens met Namibië tot aan Mozambique rijgen de natuurreservaten zich nu aaneen en veranderen boeren hun weidegronden in wildparken. Hekken en afrasteringen worden neergehaald en het leefgebied van de wilde beesten wordt steeds meer uitgebreid en hersteld. Witte en zwarte neushoorns, olifanten, walvissen, zelfs de mestkevers groeien in aantal.

‘Halverwege de vorige eeuw waren er nog zo’n 50 vrouwelijke Zuidkapers,’ vertelt Ashton terwijl hij gewoontegetrouw de baai van Hermanus afspeurt. ‘In mijn jeugd waren ze nog een zeldzaamheid. Nu zijn er weer zo’n 3700 Zuidkapers. En het aantal verdubbelt iedere 10 jaar. Neem een kamer in het Marine-hotel,’ raadt hij mij aan. ‘Hier aan de boulevard in Hermanus. Bestel ontbijt op je kamer. En je kunt ‘s morgens de walvissen uit je bed bekijken.’

Zoleni heft zijn hoorn: drie keer kort. Achter hem komt de kop van de Zuidkaper al uit het water van de Preekstoelbaai omhoog.

 

***

Waar:

Overal langs de kust van Zuid-Afrika. Sommige van de beste plekken:

Whale walk: www.ifaw.org

Plettenbergbaai www.oceanadventures.co.za

Table Mountain National Park www.sanparks.org/parks

Hermanus http://www.hermanus.co.za/

Mosselbaai http://www.visitmosselbay.co.za/

Tsitsikamma National Park www.sanparks.org/parks/tsitsikamma/

Woody Cape : Intsomi Lodge www.intsomi.com

 

Wanneer:

Walvissen : juni tot november, met een piek in september en oktober.

Dolfijnen : piek in juni en juli